Dwarsliggers maken deel uit van de bovenbouw van een spoorweg. Ze dragen de rails en houden ze op gewenste spoorbreedte uit elkaar.

 Het Hasselts stadsbestuur fungeert in het Spartacus-mobiliteitsplan echter als een figuurlijke ‘dwarsligger’. Een zorgvuldig uitgewerkt openbaar vervoersnetwerk dat onze hele provincie omvat, wordt door hen gehypothekeerd.

 Het bestuur wijst een voorliggend tracé af dat de sneltram tot het Stationsplein bracht waar de reiziger vlot kon overstappen op andere vervoersmodi. In plaats hiervan opteren ze voor een traject dat over de Kleine Ring loopt met een stopplaats op 300 meter van voormeld mobiliteitsknooppunt.

Dit disfunctioneel concept heeft grote gevolgen. Tijdverlies, extra kosten en hopen ergernis staan ons te wachten. Bovendien dreigt het een hypotheek te leggen op een duurzame stadsontwikkeling.

Dat vanuit het Hasselts centrum de nood voor een globaal provinciaal mobiliteitsplan minder acuut wordt aangevoeld, is enigszins begrijpelijk. Het openbaar vervoer is in de stad veel minder een issue dan in de deelgemeenten, laat staan de rest van de provincie. Met een centraal provinciaal busknooppunt en de beschikking over een station zit men – in vergelijking met de rest van de provincie – in een geprivilegieerde positie. De stad is bovendien ruim voorzien van winkels, horeca en cultuurhuizen. Te voet of per fiets raakt men makkelijk bij de universiteit, hoge scholen, provinciale en stedelijke diensten, de rechtbank, ziekenhuis, …

Het mobiliteitsprobleem wordt hier pas problematisch als het autoverkeer op de Ring of in de binnenstad komt vast te zitten.

Hasselt heeft het (?!)

De vroegere burgemeester Steve Stevaert bedacht Hasselt met de slogan: ‘Hasselt, hoofdstad van de smaak’. Dit werd in een vorige bestuursperiode ingeruild voor de baseline: ‘Hasselt Heeft Het’.

De vraag is echter wat Hasselt nog zal hebben na deze legislatuur. 

Het Spartacusplan is immers zoveel meer dan een loutere optimalisering van het openbaar vervoer. Het gaat hier evenzeer over een sociale, economische en ecologische dynamiek die naast de hele provincie ook de stad Hasselt ten goede komt.

We merken trouwens dat de stadsontwikkeling in deze provinciehoofdstad de laatste jaren getuigt van weinig visie. Banale, misplaatse en disproportionele gebouwen betonneren het laatste groen in de binnenstad.

De impact van de e-commerce heeft ook in Hasselt voor een kaalslag gezorgd in de retail. Projecten als de ‘IKEA-Site en de Quartier Bleu’ hebben de commercie in de binnenstad nog meer aangetast. Geconfronteerd met dit wanbeleid hebben de verantwoordelijke bestuurders nu spijt als haren op hun hoofd.[1]

Deze strapatsen hebben het vertrouwen van de Hasselaar in haar bestuur ernstig aangetast. Hoewel ze niet echt bekend staan als grote activisten of reactionairen, nemen ze meer en meer het heft in eigen handen. Zo kwamen ze succesvol op voor het behoud van het natuurgebied ‘De Groene Delle’, vrijwaarden ze het oude Begijnhof van nieuwe esbattementen van de immobiliënsector en voorkwamen ze de aanleg van een nieuwe parking aan het Cultureel Centrum wat meer voertuigen naar de binnenstad dreigde te brengen.

De inwoners dragen duurzaamheid en leefbaarheid hoog in het vaandel. Het bestuur zou met een ernstig en gedegen beleid hier kunnen aan tegemoetkomen. De recalcitrante houding in het Spartacusdossier doet echter anders vermoeden. De démarches van het stadsbestuur in dit verhaal en de argumentatie die zij aandragen doen ernstig vragen rijzen over hun kennis, inzicht en motivatie  m.b.t. dit dossier. Vraag is welke kuren de Hasseltse beleidsverantwoordelijken zich nog denken te kunnen veroorloven.  

Dé Limburg

Limburg heeft nood aan eenheid en samenhang. Ze heeft geen grote kernstad die als “trekker” voor de regio kan fungeren. De provincie valt ook buiten de Vlaamse Ruit. (steden en gemeenten rond de economische as Brussel/Zaventem – Antwerpen). Bovendien weegt deze gouw politiek en economisch te licht om een belangrijke rol op te nemen in de Euregio met steden als Luik, Maastricht en Aken.

Als de Limburgse politici dan nog menen dat ze in gespreide slagorde naar het slagveld kunnen trekken, zal de strijd snel gestreden zijn.

De impact van het Covid-19 virus heeft een wereldwijde maatschappelijke en economische impact. Ook de Limburgse steden en gemeenten ontsnappen er niet aan. Een relancebeleid dringt zich op.  Mobiliteit is hierin een niet te veronachtzame factor.

Er is geen ruimte meer voor  ‘spielerei’. Wil men Limburg in de vaart der volkeren of wordt het Limburgistan? Dat de Limburgse politici alvast kleur bekennen in het Spartacusdossier.

Nummer 5

In dit vijfde tijdschriftnummer met als titel ‘Spartacus’,  wordt de optie van het Hasselts stadsbestuur m.b.t. de wijziging van het sneltramtracé bekeken vanuit het oogpunt van een handelaar die uitweidt over aspecten als leefbaarheid en beleving.

Mobiliteitsexperten, W. Miermans, prof. em. UHasselt, en P. Meukens, lid Beleidswerkgroep TreinTramBus,  belichten het belang van de integrale toepassing van het Spartacus-vervoersconcept.

 J. Mulkers

Januari 2021


[1] Jansen, T., ‘Quartier Bleu zou nu geen vergunning meer krijgen’ Het Belang van Limburg, 6 juli 2020, Dewitte, I., Thuwis G., ‘Zij moeten de provincie redden’, Het Belang van Limburg, zaterdag 26 en zondag 27 januari 2019,